Organotinchemie

In de strikte zin van het woord worden in de organotinchemie verbindingen bestudeerd waarin een directe binding voorkomt tussen koolstof en tin. In een minder strikte zin van de term worden ook organische reacties bestudeerd waarbij tin een essentiële rol speelt. In analogie met de silanen worden organotinverbindingen die afgeleid zijn van alkanen ook wel stannanen genoemd. Tin is een metaal, de organotinchemie is daarmee een subdiscipline van de organometaalchemie.[1]

In 1849 werd de eerste organotinverbinding beschreven door Edward Frankland: di-ethyltindi-jodide. Organotinverbindingen worden commercieel toegepast bij het neutraliseren van waterstofchloride in pvc en als biocide. Tributyltinoxide is veel gebruikt bij het beschermen van hout. Tributyltinverbindingen zijn veel toegepast in de mariene anti-aanslagverven. Uiteraard zijn anti-aanslagmiddelen giftig, maar de gebruikte tinverbindingen zijn dat voor veel meer zeeorganismen dan waar anti-aanslagmiddel voor wordt toegepast.[2] Wereldwijd is daarom door de Internationale Maritieme Organisatie een verbod op het gebruik van anti-aanslag op basis van tin afgekondigd. n-butyltintrichloride wordt toegepast bij het vormen van een laagje tin(IV)oxide op glaswerk via chemical vapor deposition (CVD).

  1. Sander H.L. Thoonen, Berth-Jan Deelman, Gerard van Koten (2004). Synthetic aspects of tetraorganotins and organotin(IV) halides. Journal of Organometallic Chemistry (689): 2145–2157.
  2. Gajda, M., Jancso, A. (2010). Organotins, formation, use, speciation and toxicology. Metal ions in life sciences 7, Organometallics in environment and toxicology (RSC publishing: Cambridge)​.

© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search